in de volkskrant digitaal vandaag……
Baancoach Wolff blijft speuren naar talent
25/02/13, 15:10 − bron: ANP
Met dank aan Matthijs Büchli keerde de Nederlandse baanploeg maandag niet met lege handen terug van de wereldkampioenschappen baanwielrennen in Minsk. Bondscoach René Wolff hield gemengde gevoelens over aan het optreden in de schaduw van royaal gefinancierde grootmachten als Groot-Brittannië, Duitsland en Australië.
Wolff moet het doen met een fractie van de bedragen die in die landen in de baansport omgaan. ‘Maar daarover ga ik niet zeuren, want dat verandert namelijk niets. Wat we hebben is voor mij een gegeven. Aan de hand daarvan stel ik doelen en maak ik keuzes’, vertelde hij maandag, samen met een mecanicien in de bus met materiaal op weg naar huis. De renners namen het vliegtuig.
De score - één bronzen plak op keirin - was identiek aan die van vorig jaar, al was het succesje toen te noteren op scratch, een niet-olympisch onderdeel waarop Wim Stroetinga derde werd. ‘Het zijn één of twee medailles minder dan gehoopt. Vandaar de gemengde gevoelens. Aan de andere kant, de meeste atleten hebben fysiek hun doelen wel bereikt. Dat stemt positief. Neem Jenning Huizenga, die maar net de strijd om het brons op de individuele achtervolging mist en weer aansluit bij de wereldtop. Of Kirsten Wild, vijfde op de puntenkoers en scratch en Tim Veldt voor wie er zeker nog toekomst is op het omnium.’
Met Rio 2016 als langetermijn doel noemt Wolff de situatie bij de mannen-sprinters stabiel: ‘Daarmee halen we inmiddels resultaten.’ De vrouwen ontbraken op de sprintonderdelen. Elis Ligtlee, Shanne Braspennincx en Yesna Rijkhof werden nog te licht bevonden en moeten zich richten op het beloften-EK van komende zomer. Een vast koppel voor de teamsprint is nog niet gevormd.
Op de duuronderdelen blijft het speuren. In Minsk was Nederland op de ploegachtervolging niet vertegenwoordigd. ‘Richting beloften-EK gaan we putten uit de talentengroep’, zegt Wolff. ‘Voor het gewone EK dit najaar komen Veldt en Huizenga weer in beeld. Aangevuld met jonge renners hoop ik dat we dan onder de 4.05 kunnen rijden.’
Bij de vrouwen ziet het er somberder uit. De meeste rensters kiezen voor de weg. Wolff: ‘We zijn het aan het evalueren. Heeft het zin, hebben we genoeg kwaliteit? Ook bij de vrouwen komen er voortaan vier rensters in de baan. Dan heb je er zes nodig , maar het is niet iets wat je er even bij doet.’