De OS zijn natuurlijk iets heel aparts geworden. Met slechts 5 baannummers heeft het IOC/UCI de baansport tot de kern teruggebracht: sprint / teamsprint en keirin als het sprintblok en daarnaast één duurnummer, de ploegenachtervolging. En uiteraard dan nog het omnium. Alleen hiervan zou nog verondersteld kunnen worden, dat die niet gewonnen gaat worden door één van de grote baansportlanden, alhoewel dat zeker nog niet vaststaat. Scratch, puntenkoers, de madison, zijn echter wel altijd typisch baannummers geweest, waarvan de uitslag erg open was.
Nederland heeft bij het afgelopen EK niet geweldig gepresteerd, maar het is toch iets anders om dan maar te zeggen, dat het (erg) slecht was. In maart viel de oogst met 5 medailles best mee overigens, maar in de vergelijking met oktober waren het wel 3 medailles op incourante nummers, t.w. 1 km, madison en scratch. Zo bezien is, even gechargeerd, het enige verschil tussen EK en WK dit jaar de bronzen plak van Teun Mulder op de keirin.
We zijn uiteraard wel heel erg verwend geraakt door de gouden periode 2005 t/m 2008 met Theo Bos als de grote animator. In vier jaren resp. 8, 4, 6 en 8 medailles, maar veel betekenisvoller resp. 2e, 1e, 3e en 2e in het medailleklassement.
Daarna kwam de grootmacht Australië sterk opzetten en deed Nederland het in 2009 ondanks 5 medailles het in het medailleklassement toch beduidend minder met een 13e plaats.
In 2010 met 2 medailles en een 7e plaats. In 2011 met 5 medailles en een 6e plaats. En het EK nu dus met één bronzen medaille.
Als je een echte vergelijking met het verleden wilt maken, kan dat eigenlijk alleen door een puntenklassement en dan nog laten zich decennia topsport moeilijk met elkaar vergelijken. De baansport is een hoogontwikkelde topsport geworden, die heel veel investeringen op allerlei terrein vereist. Nederland is wel degelijk een goed baanland en alleen als er hele grote talenten zijn, kunnen we er soms beter uitspringen dan normaal. Verder toch maar de benen op de vloer.