Wat betreft de dikwijls oudere leeftijd van de stayers toch ook het volgende :
Om achter de motor te rijden moet men over een grote uithouding en fond beschikken beschikken, een basis welke ietwat oudere renners in het begin van carriere meestal in de wegwegstrijden hebben gelegd, en waarop zij nadien als baanrenner en stayer kunnen verderwerken.
(Vooral vroeger waren vele wegwielrenners ook goede stayers, zeker omdat sommige stayerswedstrijden over één uur of 100 km werden gereden, terwijl deze tegenwoordig over 25, 30 of 35 km worden gereden, zeer uitzonderlijk nog eens over 1 uur)
Jongere renners hebben die fond dan meestal nog niet, maar sommigen kunnen dit wel rechtzetten door o.a hun souplesse en hun klasse.
Daarenboven moet men achter de motor meerdere keren tegen de muur kunnen rijden en kapotgaan, en ook dat karakter hebben oudere renners meestal daarvoor gelegd.
Komt nog bij dat het stayeren ook niet op 1, 2, 3 is geleerd, maar men enkel door het rijden achter de motor en de ervaring in de wedstrijden (op diverse soorten wielerbanen) onder de knie word gekregen, wat ook al enkele jaartjes ervaring vraagt.
Komt nog bij dat men absuluut geen schrik mag hebben en blindelings vertrouwen op de gangmaker, heb zeer goede Dernyrijders gekend welke gewoon schrik hadden achter de grote motor.
Vele grote baanrenners (waarvan sommige zelf uitstekende wegwielrenners) waren zelfs TOP wereldklasse Dernyrijders, en hebben het ook achter de zware motor als Stayer geprobeerd, o.a. : Rik Van Steenbergen, Peter Post, Patrick Sercu, Rene Pijnen, Etienne De Wilde, Andrea Kappes enz. , toch allemaal niet de eerste de beste, maar zijn er al na enkele wedstrijden of één of meerdere jaren proberen mee gestopt.
Bij een Danny Clark bv. , een 1ste klas klasbak in bijna alle baandisiplines is het dan bv. wel wel gelukt.
Wil hierbij maar zeggen dat het rijden achter de motor tecnisch moeilijker is als achter de Derny, al lijkt het misschien niet zo.
Wat houd anders wereldklasse en steengoede Dernyrijders als een Matthé Pronk, Jos Pronk of Leon Van Bon tegen om het ook eens te proberen als Stayer achter de motor ?
De basis, uithouding en fond hebben zij al en het materiaal kan toch ook geen probleem zijn !
Zeker van dat een Matthe Pronk of een Leon van Bon de finale rijden op het (voorbije) EK stayeren op een betonnen buitenbaan.
En in Nederland zou een Pronk in Alkmaar en Van Bon in Apeldoorn er als publiekstrekker in een tweestrijd zeker wel een aantal toeschouwers op de banken krijgen.
Vervolgens de leeftijd ?
Mag men verwachten dat wat oudere renners welke door hun karakter en opgedane ervaring in hun disipline nog steeds meekunen er dan zomaar mee ophouden omdat zij al X - aantal jaar oud zijn. (Voor sommigen heeft dat zelfs niets met verdiensten te maken want zij leggen daaraan nog toe voor hun materiaal en verplaatsing).
Wat hou jongere renners tegen om het ook eens te proberen, denk, dat iedere (oudere) Stayer renner als Gangmaker toch ook wel nieuw bloed ziet komen zodat de toekomst van hun sporttak verzekerd is !!
Feit is dat sommige jongere (en ook wat oudere) nieuwkomers het wel eens proberen op training of in wedstrijd, maar er helaas er soms ook al na kortere tijd alweer ermee ophouden, net omdat het een technisch moeilijke disipline is.
Men moet nu eenmaal in deze sport eerst kunnen investeren alvorens te oogsten.
Dat vele gangmakers ook oud Stayers zijn (niet allemaal) komt ook omdat zij door hun opgedane ervaring ook weten hoe het voelt om achter een motor te rijden maar bv. ook weten vanwaar de windvang komt enz.
Maar ook hier geld hetzelfde, vele proberen en beginnen soms als gangmaker op de zawre motor maar ook hier haken sommigen al na kortere of langere periode af, omdat ook rijden (als gangmaker) op zo'n motor een technisch moeilijke disipline is (rechtstaand op een motor met weinig ruggesteun is niet de meest confortabele postitie, vele gangmakers klagen dan ook over rugklachten).
Toch, klasbakken zullen altijd wel komen bovendrijven.
Heb recent nog een jonge Patrick Kos op een zelfs oudere stayersfiets en zonder diskwiel één van zijn eerste wedstrijden achter de motor zien rijden, en daar zit zeker wel een toekomst in (was trouwens al een goede baanrenner).
Bovendien zijn er nog enkele jongeren zoals Steven Stenekes als een Bob Stöpler welke het wel eens proberen en waar toekomst in zit.
Dat er niet meer het willen proberen is niet de schuld van sommige oudere renners, want waaron zouden bv. gangmakers en oudere renners welke nog meekunnen nieuw bloed afrennen als hun sport daardoor meer belangstelling krijgt en zijzelf hierdoor ook meer aan de bak komen.
En of het nu jongere renners zijn of wat oudere renners (een Matthé Pronk, Leon Van Bon) het is nieuw bloed dat deze sport nodig heeft waardoor deze een sportieve injectie krijgt.