Cathine wordt niet altijd bestraft
Het product dat in de urine van Iljo Keisse werd aangetroffen, zou cathine zijn. Als dat bevestigd wordt, is het lang niet zeker dat Keisse een lange schorsing wacht.
Cathine behoort tot de efedrine-achtige stimulerende middelen en heeft als voornaamste eigenschap dat het de vermoeidheid onderdrukt. Cathine - ook bekend als norpseudoefedrine - is verboden, net als efedrine zelf. Keisse zelf beweert dat hij enkel een product met pseudoefedrine genomen heeft - wat dan weer niét verboden is. Pseudoefedrine zit bijvoorbeeld in Sinutab en geneesmiddelen tegen sinusitis.
Opmerkelijk in dat verband is het verhaal van wielrenner Jan Kuyckx, die in 2005 na een maandenlange procedureslag werd vrijgesproken, eveneens na een positieve plas voor efedrine en norpseudoefedrine. ‘Soms zet het lichaam pseudoefedrine om in efedrine en norpseudoefedrine, waardoor een sporter ongewild positief test’, legt de Vlaamse dopingdokter Hans Cooman uit.
Keisse heeft er dus alle belang bij om zo snel mogelijk duidelijkheid te verschaffen.
Nog dit: in 2005 werd ook de ondertussen beruchte Stefan Schumacher betrapt op cathine. Ook de Duitser werd toen niet geschorst. Op de verpakking van het medicijn - dat hij naar eigen zeggen nam tegen hooikoorts - stond norpseudoefedrine vermeld, en dat staat niet als dusdanig op de WADA-lijst, enkel zijn synoniem cathine.