Prof dankzij de spotlights
Door Rob de Haan.
Wielrennen is zonder twijfel de commercieelste aller sporten. Profrenners zien er uit als levende reclamezuilen en wielerteams kennen geen clubnamen, maar slechts sponsornamen. Die sponsor bepaalt vaak op basis van zijn commerciële belangen, welke renners er worden aangetrokken. En als zo’n renner uitgeput op weg is naar de grootste zege in zijn carrière, zal hij zijn allerlaatste dosis energie altijd gebruiken om zijn shirt recht te trekken. Zodat zijn sponsornaam beter zichtbaar is op de finishfoto. Die hypercommerciële mentaliteit heeft soms vreemde gevolgen. Zo danken verschillende renners hun plek in het profpeloton niet aan hun sportieve resultaten. Hun grote talent is, dat zij op andere manieren zo vaak mogelijk per jaar de spotlights op henzelf en hun sponsor gericht krijgen.
Vandenbroucke
Een pijnlijk voorbeeld is Frank Vandenbroucke. Dit voormalige Belgische wonderkind presteert al vele seizoenen niets meer, maar vindt toch altijd een nieuw team. Officieel hoopt elke nieuwe ploeg op de wederopstanding van deze vroegere wielergod. Officieus vindt hij elk jaar een cynische sponsor, die redeneert dat hij volgens het motto ‘elke publiciteit is goede publiciteit’, met de psychisch labiele VDB geen enkel commercieel risico neemt. Ook als hij niets presteert, zal de sponsor in 2008 gegarandeerd zijn bedrijfsnaam veelvuldig horen in het Belgische avondjournaal. Bijvoorbeeld als VDB weer eens van de aardbodem verdwenen blijkt, als hij een wedstrijd moet rijden. Of als VDB beweert dat de doping die ditmaal bij hem gevonden is, voor zijn goudvissen bedoeld was. Of als VDB na een volgende zelfmoordpoging eindelijk definitief in een psychiatrische kliniek is opgenomen.
Dörich-methode
Dan kun je als renner toch beter de Gerd Dörich-methode gebruiken, om de spotlights op jou gericht te krijgen. Er zijn weinig baanwielrenners die meer profzesdaagsen hebben gereden dan Dörich. Wie zijn uitslagenlijst bekijkt, zal niet begrijpen waarom bijna elke organisator hem aan de start wil hebben en de sponsoren voor hem in de rij staan. Wie voor het eerst een zesdaagse bezoekt, wordt dat in eerste instantie ook niet duidelijk. Urenlang rijdt Gerd achterin de groep alsof de wedstrijd hem nauwelijks interesseert.
Weerwolf
Dörich is echter de weerwolf van het baanpeloton: rond middernacht komt het beest in hem los. Het feestbeest, welteverstaan. Dan rijdt hij naar de eerste plek van de groep. De dj weet wat komt en zet een discodreun aan. De lichtman zet zijn spotlights op Gerd. Wat hij vervolgens op zijn fiets doet, hoort volgens sceptische wielerliefhebbers niet thuis in een sportwedstrijd, maar in de piste van Toni Boltini. Door zijn acrobaten- en clowns-capriolen, weet Gerd echter elke nacht op wonderbaarlijke wijze het hele publiek, inclusief die meest sceptische toeschouwers, aan te zetten tot een wave. En nog een wave. En nog een wave. Tot Gerd uitgeput van deze inspanningen zich weer naar de achterste plek van het peloton laat afzakken. En de wedstrijd weer verder kan gaan.
Spotlights
Het ultieme voorbeeld van een renner die slechts prof kon worden, omdat hij een magneet was voor de spotlights, was Tadashi Sangu. Het is makkelijker om het Monster van Loch Ness of het eiland Atlantis te vinden, dan uitslagen van wedstrijden die hij heeft uitgereden. Begin jaren ‘90 was deze Japanner één van de weinige Aziaten in het Europese profpeloton en de camera’s waren daardoor vaak op hem gericht. Als hij zo’n camera zag, werkte dat voor hem als een rode vod op een stier en demarreerde hij. Gezien zijn fysieke vermogens bleek dit altijd een Kamikaze-actie: zoveel inzet als hij toonde, zo weinig talent had hij. Vaak kon even later de tv-motor die achter het peloton hing, camera nummer twee op hem richten, om hem te zien lossen. En zo verschenen dan voor een tweede keer zijn naam en die van zijn sponsoren in beeld.
Dorp
Waar honderden veel talentvollere renners van zijn generatie, met veel grotere uitslagenlijsten, tegenwoordig zelfs in hun eigen dorp totaal vergeten zijn, roept de naam Sangu bij duizenden Europese wielerfans nog altijd een glimlach op hun gezicht. Was Sangu een profwaardige wielrenner? Zonder twijfel: Hij fietste voor minimumloon, maar haalde jaarlijks een publiciteitswaarde, die vele malen het complete budget oversteeg, van de Elro Snacks-ploeg waar hij voor reed.
©NU Sport/Rob de Haan