@ Silch
Ik denk zeker ook dat je onderscheid moet maken tussen zesdaagsen en het baanwielrennen in het algemeen, maar ik vind dat je ze niet helemaal van elkaar mag scheiden.
Veel disciplines vind je niet terug in de zesdaagse, maar in het geval van de koppelkoers lijkt het mij toch moeilijk om te ontkennen dat de zesdaagse het baanwielrennen beïnvloedt.
Er zullen er zat zijn die in het internationale circuit de zesdaagsen willen rijden, maar we willen vaak zoveel. Ook in dit geval is het zo dat organisatoren tegen van die praktische futiliteiten aanlopen. In een zesdaagse starten 22 tot 39 renners. Ongeveer de helft van het rennersveld bestaat gewoonlijk uit renners van het gastland (die trekken meer publiek dan buitenlandse “middenmotersâ€Â) en verder ziet men graag koppels uit zoveel mogelijk landen. Inderdaad, dan moet je als beginnend renner van goeden huize komen om je daar tussen te wringen, zeker als er al een koppel uit je land naam heeft gemaakt in dat circuit. Maar het is zeker weer niet zo, dat je helemaal geen kans maakt. Wie goede prestaties toont kan rekenen op steeds meer contracten. Die prestaties moet je dan wel komen laten zien in de zesdaagsen, met name in de koppelkoers.
Daarvoor is er bijvoorbeeld de UIV-Cup, waar momenteel diverse jonge Nederlandse renners in het buitenland aan deelnemen. Aan het eind van de vorige eeuw was dat één koppel, dat toen ook nog eens niemand kende, bv Martijn Lust en, inderdaad, Robert Slippens. Naar mijn mening heeft een behoorlijk deel van de huidige generatie eliterenners een kans laten liggen om daarin hun naam bekendheid te geven.
Maar dan heb je nog de zesdaagsen zelf. Net als in het buitenland hebben de Nederlandse organisatoren de gewoonte om ongeveer de helft van het rennersveld uit Nederlanders te laten bestaan. Ik zou dus zeggen: hoe meer zesdaagsen in Nederland, hoe meer mogelijkheden om jezelf te tonen, toch ?
En wat te denken van al die jongelui, en misschien ook wel sponsors, die door de zesdaagsen naar het baanwielrennen worden gelokt ? Het worden niet allemaal toppers en ook zal voor velen blijken, dat de koppelkoers en dus de zesdaagse niet hun specialiteit zal worden. Daar hebben we dan weer mensen voor om ze hopelijk toch te interesseren voor de andere onderdelen. Maar sommigen worden besmet met het virus naast hun vader, aan de rand van de baan, tijdens een zesdaagse. Wil je nog een naam weten ?
Ik ben en blijf van mening dat een paar stevige zesdaagsen in Nederland van groot belang zijn voor de toekomst van het baanwielrennen.
Maar niet de zesdaagsen alleen !!!
Ik memoreerde al kort aan Alkmaar toen ik concludeerde dat nooit te achterhalen zal zijn hoe groot de invloed van Slippens/Stam is op het baanwielrennen. Ik ben het met je eens dat ook op dat vlak best eens wat meer uitgeweid mag worden. Dan valt al snel de naam van Peter Pieters en die zou best wat vaker genoemd mogen worden. Wat precies zijn verdienste is, is ook niet te achterhalen, maar dat die groot is, is zeker.
Voor de duidelijkheid: Het ging mij er in mijn vorige bericht om wie Nederland zou gaan vertegenwoordigen op het onderdeel koppelkoers. Ik weet dat er mensen zijn die er anders over denken, maar ik ben wel degelijk van mening dat prestaties in de zesdaagsen mee mogen wegen in de beslissing wie Nederland uitzendt naar de Olympische Spelen. Als er mannen bezig zijn met “geld verdienen in de zesdaagseâ€Â, moeten ze wel eens de keuze maken om een Kampioenschap of een Wereldbekerwedstrijd over te slaan. Ik vind niet dat het de reden mag zijn om ze zomaar uit te sluiten.